Wat voor nieuwe ideeën ontstonden
er in de achttiende eeuw over opvoeding en onderwijs?
De Engelse filosoof John Locke pleitte er eind zeventiende
eeuw voor om kinderen spelenderwijs te laten leren en om hen niet te
slaan. Meer dan een halve eeuw later liet de Zwitserse schrijver Jean-Jacques
Rousseau zijn hoofdpersoon Emile uit de briefroman Emile, où de l’Education (1762) liever opgroeien in de
natuur, zodat het kind niet zou worden verpest door aangeleerd, cultureel
gedrag. De zogenaamde ‘filantropijnen’ in Duitsland, die rond 1775 als eersten
uit probeerden met nieuwe vormen van onderwijs, wilden een opvoeding in het
teken van harmonie. Aan het eind van de achttiende eeuw was er veel veranderd. Niet alleen bestonden er toen
speciale leer- en leesboeken voor kinderen, ook waren in de hogere kringen de
nieuwe opvoedingsidealen doorgevoerd.
John Locke |
Waarom was het nodig
om in de literatuur aandacht te besteden aan de opvoeding?
Rond 1750 werd er in Nederland discussies gevoerd over hoe je het
beste een kind kon onderwijzen. Pas in 1778 kwam van Alphens met zijn
kindergedichtjes. Daarin werden in een makkelijke kindertaal Nederlandse
kinderen met Nederlandse problemen beschreven. Elk gedichtje gaat over
herkenbare situaties in en om het huis en leert hoe kinderen zich zouden moeten
gedragen, zodat ze beschaafde, tolerante burgers worden. Elk gedichtje eindigt
daarom met een wijze les. In die tijd had literatuur grote invloed op de
samenleving.
Wat voor soort
gedichtjes schreef Van Alphen voor kinderen?
Gedichten die leerzaam waren voor kinderen. In elke gedicht die
Van Alphen schreef eindigde met een wijze les.
Waarom waren de
gedichtjes van Van Alphen zo succesvol?
Hij was eerste schrijver die er in slaagde om een kinderboek te
schrijven. In zijn kinderverhalen kwam er aan het eind altijd een wijze les in
voor, waaruit kinderen iets konden leren. Ze waren niet alleen leerzaam voor
kinderen maar ook voor ouders. Die bijvoorbeeld
lezen hoe ze moeilijke opvoedkundige zaken moeten aanpakken en oplossen.
Het kinderlijk geluk
Ik ben een kind,Van God bemind,En tot geluk geschapen.Zijn liefde is groot;'k Heb speelgoed, kleedren, melk en brood,Een wieg om in te slapen.
Ik leef gerust;Ik leer met lust;Ik weet nog van geen zorgen.Van 't speelen moe,Sluit ik mijn oogjens 's avonds toe,En slaap tot aan den morgen.
Geloofd zij GodVoor 't ruim genotVan zo veel gunstbewijzen!Mijn hart en mondZal hem, in elken morgenstond,En elken avond prijzen.
Het gedicht
gaat over kinderen, over wat zij moeten doen en gedragen en dat zij in God
moeten geloven.
Welke belangrijke
ideeën over opvoeding zijn terug te vinden in Sara Burgerhart?
Wat weten we over
Betje Wolff en Aagje Deken die samen Sara Burgerhart schreven?
Betje Wolff was de jongste dochter van een koopman en groiede op
in Vlissingen. In 1755 was Wolff verliefd op een jonge vaandrig die haar achterliet met een
gebroken hart. Als reactie trouwde Betje op haar eenentwintigste met de dertig
jaar oudere dominee Adriaan Wolff. Toen de dominee in 1777 stierf had Wolff wat
dichtbundels op haar naam staan. Daardor werd ze bekend.
Aagje Deken was vanaf haar vierde wees en groeide op in het
Amsterdamse weeshuis ‘De oranje appel’, waar ze een degelijke opvoeding kreeg.
Daarna verdiende ze haar geld als gezelschapsdame, iemand die (meestal) oudere
dames gezelschap houdt, en begon ze te dichten en te publiceren. Wolff en Deken
ontmoetten elkaar in 1776. Wolff was toen nog getrouwd, maar na de dood van
dominee Wolff in 1777 verhuisde zij vanuit de Beemster naar De Rijp, waar ze
ging samen wonen met Deken. Vanaf dat moment deden zij alles samen.
Hoe is Sara Burgerhart opgebouwd?
En wat is daarvan het effect op de lezer?
Sara Burgerhart is net als alle andere vrouwen een gewone vrouw.
Het effect op de lezer is als vrouwen dit verhaal lezen kunnen zij goed met de
hoofdpersoon meeleven.
Wat voor ideeën over
vrouwen zijn er in Sara Burgerhart te vinden?
Dat vrouwen een belangrijke rol hebben bij het opvoeding en
verantwoordelijkheid en dat vrouwen zelf weten wat ze moeten doen.
Hoe komt het dat het
met Sara toch nog goed afloopt?
Het loopt goed af omdat Sara zelfinzicht krijgt door schade en
schande, doordat ze voortdurend in het diepe worden gegooid. Een situatie die
volgens de dames Wolff en Deken liever te vermijden is. Ze overwint haar pijn
en verdriet.
Zijn er voorbeelden te
bedenken van moderne literatuur waarin de opvoeding zo duidelijk ter sprake
komt als in de gedichten van Van Alphen en Sara Burgerhart?
Heb ik niks over kunnen vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten